Coronacrisis binnen justitiële inrichtingen: zo gaat voorzitter beroepscommissie hiermee om

De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft met ingang van 14 maart 2020 maatregelen getroffen om de (verdere) verspreiding van het coronavirus binnen justitiële inrichtingen te voorkomen. Deze maatregelen houden onder meer in dat het bezoek en alle verloven van gedetineerden, tbs-gestelden en justitiële jeugdigen is opgeschort en dat de detentie van een beperkte groep gedetineerden die in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting verbleef, voorlopig is geschorst.

De voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ heeft verschillende verzoeken ontvangen van justitiabelen om de tenuitvoerlegging van beslissingen die in verband met deze maatregelen en het voorkomen van de (verdere) verspreiding van het coronavirus zijn genomen, te schorsen.

Hieronder volgt een beschouwing van het soort verzoeken waarmee de voorzitter van de beroepscommissie is geconfronteerd en hoe de voorzitter daarop heeft beslist.

Gedetineerden in Zeer Beperkt Beveiligde Inrichtingen

Gedetineerden die in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting verblijven, mogen elk weekend met verlof en genieten veel vrijheden. Van de gedetineerden die in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting verbleven, is de detentie van hen die aan het eind van hun straf zaten en al een groot deel van de tijd buiten de inrichting verbleven, voorlopig geschorst. Zij verblijven op dit moment met een enkelband thuis.

Een andere groep gedetineerden die in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting verbleef mocht niet naar huis met een enkelband. Zij zijn teruggeplaatst in een (gesloten) gevangenis en hun verloven zijn ingetrokken. Dit onderscheid heeft bij deze groep tot veel onbegrip geleid. Het gaat dan om gedetineerden in voorlopige hechtenis, dus gedetineerden die nog in afwachting zijn van de uitkomst van hun strafzaak en van wie de rechter heeft bepaald dat zij de uitkomst van hun strafzaak niet in vrijheid mogen afwachten.

Er is geen sprake van een ongelijke behandeling, omdat de situatie van deze gedetineerden niet hetzelfde is als die van de gedetineerden die definitief zijn gestraft. De voorzitter van de beroepscommissie heeft de beslissingen tot intrekking van de verloven van de gedetineerden in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting niet geschorst, omdat de intrekking van verloven verspreiding van het coronavirus moet tegengaan (immers: hoe meer mensen de inrichting uit en in gaan, des te groter is de kans op verspreiding van het virus).

De voorzitter van de beroepscommissie kan bovendien alleen de beslissing tot intrekking van een verlof schorsen, maar kan niet bepalen dat een gedetineerde met een enkelband thuis mag verblijven.

Gedetineerden met symptomen coronavirus

Gedetineerden die symptomen van het coronavirus vertonen, moeten worden afgezonderd van de andere gedetineerden. De medische dienst die in Penitentiaire Inrichtingen aanwezig is, adviseert wanneer dat nodig is. Deze gedetineerden worden in een speciale cel van de andere gedetineerden afgezonderd of mogen niet meer aan activiteiten binnen de inrichting deelnemen, zodat zij niet in aanraking kunnen komen met andere gedetineerden.

De voorzitter van de beroepscommissie heeft deze maatregelen niet geschorst, omdat deze – hoewel zij de al beperkte bewegingsvrijheid van gedetineerden nog verder beperken – noodzakelijk zijn om verspreiding van het coronavirus in de Penitentiaire Inrichtingen te voorkomen. De bewegingsvrijheid van een gedetineerde die geen symptomen van het coronavirus vertoont kan echter niet zomaar op basis van een protocol van de Dienst Justitiële Inrichtingen worden beperkt.

Gedetineerden samen in een cel

In één cel verblijven normaal gesproken twee gedetineerden. In de huidige situatie betekent dit echter dat deze gedetineerden niet kunnen voldoen aan de maatregel van het RIVM dat men – gezinnen daargelaten – 1,5 meter afstand van elkaar moet houden. Als de directeur kan uitleggen dat het plaatsen van twee gedetineerden in één cel niet of nauwelijks tot een extra gezondheidsrisico voor die gedetineerden leidt, schorst de voorzitter zo’n plaatsing niet.

Zo heeft de directeur uitgelegd dat gedetineerden die in een inrichting worden geplaatst, uitgebreid worden gescreend door de medische dienst en 24 uur in quarantaine worden geplaatst. Daarna worden zij nogmaals gezien en wordt hun temperatuur gemeten. Daarbij wordt beoordeeld of een langer verblijf in quarantaine nodig is. Alleen gedetineerden die volledig klachtenvrij zijn, worden samen in een cel geplaatst.

Als uit de uitleg van de directeur niet blijkt dat bij een samenplaatsing van twee gedetineerden in één cel de extra gezondheidsrisico’s voor die gedetineerden zeer beperkt zijn, dan schorst de voorzitter de beslissing tot die samenplaatsing van gedetineerden. Zo vindt de voorzitter het argument van de directeur dat de situatie van twee gedetineerden in één cel vergelijkbaar is met een gezinssituatie – zodat zij niet 1,5 meter afstand van elkaar hoeven te houden – niet opgaan.

Gezinnen waren er al voordat het coronavirus uitbrak en kunnen en willen niet uit elkaar om 1,5 meter afstand van elkaar te houden. Dat geldt niet voor gedetineerden, die hierin geen keuze hebben. Als zij samen in een cel worden geplaatst, veroorzaakt dat voor hen extra gezondheidsrisico’s en dat mag niet zomaar.

Contact gedetineerden Nieuwegein met media

In de Penitentiaire Inrichting in Nieuwegein hebben enkele gedetineerden contact gehad met de media, waaronder Hart van Nederland. Zij deden dit om hun onvrede te uiten over de beperking van hun vrijheden als gevolg van het coronavirus of om de situatie in de inrichting te beschrijven.

Ook heeft een gedetineerde aan de media verteld dat er in de inrichting in Nieuwegein een opstand zou gaan uitbreken. De directeur heeft aan deze gedetineerden straffen opgelegd, omdat het niet is toegestaan om contact te hebben met de media zonder toestemming van de directeur. De directeur had de gedetineerden geen toestemming verleend. De voorzitter van de beroepscommissie heeft de straffen daarom niet geschorst.

Gedetineerden in opstand in Lelystad

In de Penitentiaire Inrichting in Lelystad is op 13 april 2020 een opstand onder gedetineerden uitgebroken. Er waren al langer spanningen onder gedetineerden vanwege de uitbraak van het coronavirus in Nederland en de gevolgen daarvan voor hen. Een aantal van hen heeft zich uit verzet tegen wijzigingen in het dagprogramma van de gedetineerden vanwege het coronavirus in de keuken opgesloten en vervolgens de ramen van de keuken afgeschermd en spullen vernield.

Hoewel het begrijpelijk is dat gedetineerden spanningen ervaren, mag dit natuurlijk niet. De directeur heeft hen daarom een straf opgelegd. Enkelen van hen hebben de voorzitter van de beroepscommissie gevraagd deze straf te schorsen. De voorzitter van de beroepscommissie vond voldoende duidelijk dat deze gedetineerden aan de opstand hebben deelgenomen en heeft de straffen die aan hen zijn opgelegd daarom niet geschorst.