Advies detentiefasering en vi

Op verzoek van de minister voor Rechtsbescherming brengt de Afdeling advisering van de RSJ (verder: de Afdeling) advies uit over het conceptwetsvoorstel tot “Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling”.

Verkleinen recidivekans
Voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) heeft de resocialisatie van gedetineerden tot doel. Beoogd wordt dit te bereiken door aan de invrijheidstelling algemene en bijzondere voorwaarden te verbinden, gericht op het verkleinen van de recidivekans en door toezicht en begeleiding.

Bij het niet naleven van de voorwaarden dreigt herroeping van de invrijheidstelling. Jaarlijks komen ongeveer 1.100 veroordeelden voor v.i. in aanmerking.

Enkele belangrijke punten uit het advies:

  • De afdeling vindt het belangrijk te investeren in goede voorlichting aan de samenleving over het strafrechtsysteem en het belang van resocialisatie voor de veiligheid. Daarmee kan ook mogelijk onbegrip over de v.i. worden voorkomen.
  • De afdeling pleit voor het behoud van v.i. van rechtswege (‘v.i., tenzij’), in plaats van een regeling voor verlening van v.i. per individuele gedetineerde.
  • De afdeling is van mening dat een maximum v.i.-termijn van twee jaar, zoals de minister voorstelt, de resocialisatiemogelijkheden van langgestraften te zeer beperkt. Een langere v.i.-termijn maakt het mogelijk langer begeleiding te bieden en toezicht te houden op de terugkeer van gedetineerden in de samenleving (denk aan onder andere behandeling, toezicht, meldplicht en locatieverboden). De veiligheid van de samenleving is daarmee gediend.
  • De afdeling doet een aantal aanbevelingen om de rechtspositie van de betrokken gedetineerden te versterken.