Advies Conceptbeleidskader Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ)

De voorgestelde wijziging van het beleidskader Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) betreft een aanpassing van het Beleidskader Longstay Forensische Zorg uit 2009. De term longstay wordt vervangen door LFPZ.

Het conceptbeleidskader is van toepassing op terbeschikkinggestelden die, wegens hun blijvende delictgevaarlijkheid, geïndiceerd zijn voor langdurige forensisch psychiatrische zorg. In het conceptbeleidskader worden de plaatsingscriteria en -procedures, de hertoetsingsprocedure en de rechtspositie van LFPZ-patiënten beschreven.

Daarnaast wordt ingegaan op differentiatie in beveiligingsniveaus en kwaliteit van leven en zorg in een LFPZ-voorziening. De RSJ besteedde in 2015 aandacht aan de organisatie van tbs-longstay met het advies ‘Risico’s en knelpunten in de longstay’.

Positieve ontwikkelingen
Het conceptbeleidskader vergroot het perspectief voor LFPZ-patiënten om uit de LFPZ te stromen, onder meer door het verruimen van de verlofmogelijkheden en een frequentere periodieke hertoetsing van de LFPZ-status.

De afdeling Advisering vindt het een positieve ontwikkeling dat aan deze patiënten meer mogelijkheden worden geboden voor plaatsing in de ggz, in voorzieningen voor verstandelijk beperkten en op behandelafdelingen in de tbs. Tegelijkertijd wordt in dit advies een aantal kritische kanttekeningen geplaatst:

  • de afdeling Advisering is onverminderd kritisch over het categoraal uitsluiten van een groep LFPZ-patiënten van begeleid verlof. Het is een gemiste kans dat in het herziene beleidskader, waarin nadrukkelijker aandacht is voor resocialisatie en uitstroom van LFPZ-patiënten, is vastgehouden aan de in 2012 aangebrachte aanscherping ten aanzien van het begeleid verlof. De afdeling Advisering is van mening dat de beoordeling of een LFPZ-patiënt in het kader van kwaliteit van leven of hernieuwd perspectief op behandeling of uitstroom in aanmerking komt voor begeleid verlof, uitsluitend op geïndividualiseerde wijze moet plaatsvinden;
  • enkele van de beschreven procedures en begrippen, waaronder die rond beveiligingsniveaus en interne differentiatie in klinieken, vragen om verduidelijking. De afdeling Advisering vindt het van belang dat volstrekt helder is wie waarvoor op welk moment verantwoordelijk is en waarover een beslissing neemt;
  • de knelpunten en risico’s die samenhangen met het bestaan van slechts één kliniek met een LFPZ-voorziening en die de uitstroom uit de LFPZ kunnen belemmeren, blijven onbelicht. Het betreft het risico op het ontwikkelen van een te eenzijdige visie op een LFPZ-patiënt en knelpunten zoals onvoldoende bekendheid met time-outmogelijkheden, het ontbreken van een rechtsmiddel bij interne overplaatsing en het niet extern kunnen overplaatsen.

De afdeling Advisering beveelt de staatssecretaris aan het LFPZ-beleid op deze punten aan te passen.