Advies Zorg voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren
De RSJ vraagt aandacht voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren. In dit advies worden daarmee jongeren bedoeld met een IQ tussen 50 en 70 of tussen 70 en 85 met een verminderd sociaal aanpassingsvermogen. De RSJ sluit met deze (brede) definitie aan op de tot dusverre in Nederland gangbare praktijk, onder meer omdat uit onderzoek is gebleken dat de problemen voor de categorie met het iets hogere IQ (tussen 70 en 85) vergelijkbaar of zelfs groter zijn als gevolg van hogere verwachtingen van de omgeving of de persoon zelf.
Download 'Aanbiedingsbrief Advies Zorg voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren'
Download 'Advies Zorg voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren'
Download 'Reactie staatssecretaris Veiligheid en Justitie op Advies Zorg voor ingesloten licht verstandelijk beperkte jongeren'
In het advies belicht de RSJ de aanpak van deze categorie jongeren die, al dan niet als zodanig herkend, met een civielrechtelijke machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten jeugdzorginstelling terecht zijn gekomen of strafrechtelijk (in een justitiële jeugdinrichting) zijn geplaatst. Daarbij is gekeken naar de wijze van screening/ diagnostiek, plaatsing, behandeling, onderwijs, verlof en nazorg.
Op grond van een uitgebreide literatuurverkenning, enkele werkbezoeken en interviews met praktijkdeskundigen en wetenschappers concludeert de RSJ allereerst dat de aard van de problematiek van deze categorie jongeren ernstig is en dat er sprake is van een oververtegenwoordiging van deze categorie jongeren in het justitiële systeem, met name bij degenen met de zwaarste (pij-) maatregel en bij veelplegers. Deze jongeren hebben minder cognitieve mogelijkheden (met name op het gebied van strategisch denken, snelle informatieverwerking en impulscontrole) en ze hebben in vergelijking met normaal begaafde jongeren vaker te maken met psychische stoornissen, emotionele en gedragsproblemen, risico’s van middelengebruik en gebrek aan steun vanuit thuis. Omdat vaak sprake is van verhullend (‘streetwise’) gedrag valt de beperking soms zelfs voor gedragsdeskundigen niet gemakkelijk te herkennen. De RSJ constateert dat de beperking als zodanig bij deze jongeren vaak onvoldoende (systematisch) wordt gescreend en onderzocht. Mede hierdoor krijgen zij vaak geen passende aandacht en behandeling. Daarnaast signaleert de RSJ diverse andere knelpunten in de huidige praktijk van screening en plaatsing tot en met behandeling en nazorg.
Een adequate benadering van deze groep jongeren kan (herhaling van) ernstige gedragsproblemen of criminaliteit voorkomen, hetgeen niet alleen in het belang is van de jongere maar van de samenleving als geheel. De RSJ formuleert met het oog daarop aanbevelingen die, volgens inzichten in wetenschap en praktijk, tot verbetering van de situatie zullen leiden. Belangrijke elementen in de aanpak zijn een vroegtijdige signalering van de licht verstandelijke beperking en een specifieke benadering (met veel gelegenheid tot oefenen en herhalen). In verband met beperkingen in het leervermogen is continuïteit in de aanpak voor deze categorie van groot belang. In het advies wijst de RSJ op de samenhang met voorgenomen kabinetsmaatregelen op dit terrein, zoals de herziening van het jeugdzorgstelsel en de daarbij voorziene overheveling van taken naar gemeenten en de voorgenomen beperking van het (IQ-) criterium voor recht op AWBZ-zorg.