Advies Besluit aanwijzing Halt-feiten

De minister van Justitie stelt voor enkele nieuwe strafbare feiten in de lijst van Halt-waardige delicten op te nemen. Plegers van deze delicten worden voor het merendeel ook nu al naar Halt verwezen, zodat sprake is van codificering van de bestaande situatie. Daarnaast worden enkele delicten uit de lijst geschrapt, hetzij omdat het betreffende delict te zwaar wordt geoordeeld voor een Halt-afdoening, hetzij omdat verwijzing voor dit delict vrijwel nooit plaatsvindt.

In het advies ‘Jeugdige delinquenten: minder opsluiten, gerichter begeleiden’ van 16 oktober 2008 adviseerde de RSJ onder meer om de doelstelling van Halt terug te brengen tot wat deze oorspronkelijk was, namelijk het bijdragen aan herstel van door een (licht) delict veroorzaakte schade. De RSJ waardeert de herstelfunctie van Halt en kent in dat kader ook een belangrijke functie toe aan het laten aanbieden van excuses aan het slachtoffer. In dit licht beoordeelt de RSJ ook het voorliggende voorstel.

Niet alle delicten die volgens het voorstel worden toegevoegd aan de lijst van ‘Halt-feiten’ zijn delicten die op zichzelf genomen schade veroorzaken. De overtreding van artikel 142 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), het onnodig bellen van alarmnummers, veroorzaakt schade waar hulpverleningsdiensten ten onrechte in actie komen. Hiermee kan dit delict terecht als Halt-waardig worden aangemerkt.
Dit geldt echter niet voor openbare dronkenschap (artikel 453 Sr). Het onder invloed verkeren in de openbare ruimte levert op zichzelf geen schade op. De RSJ acht het toevoegen van dit delict aan de lijst daarom niet aangewezen. Het is tevens onnodig omdat voorzover openbare dronkenschap wèl gepaard gaat met gedrag dat schade veroorzaakt, dit als afzonderlijk delict Halt-waardig kan zijn.

Nieuw is het onder artikel 1 brengen van strafbare feiten, genoemd in gemeentelijke verordeningen. Deze delicten: lichte vormen van brandstichting, baldadig of overlastgevend gedrag en gebruik van alcohol of verdovende middelen, komen naar het inzicht van de RSJ terecht in de plaats van het voor Halt te zware delict brandstichting ex artikel 453 Sr. Maar ook bij deze delicten zal schadeherstel in de Halt-afdoening centraal moeten blijven staan.

Ten slotte worden schoolverzuim en te laat komen onder het bereik van artikel 1 gebracht. De RSJ is er geen voorstander van om spijbelgedrag op de Halt-lijst te plaatsen. Lichte vormen hiervan moeten binnen de sfeer van het onderwijs kunnen worden opgevangen en herhaald spijbelen vormt al snel een signaal van onderliggende zwaardere psychosociale problematiek. In geen van beide gevallen heeft een Halt-afdoening toegevoegde waarde. Vooralsnog is de RSJ van oordeel dat deze overtredingen zo ver af liggen van de oorspronkelijke Halt-delicten, dat het onder Halt brengen bepaald niet voor de hand ligt.