Advies Langdurig in de tbs

Verschillende knelpunten zorgen ervoor dat een deel van de tbs-gestelden langdurig in tbs-klinieken verblijft zonder dat er enig perspectief is op door- of uitstroom. Tbs-klinieken worstelen met deze groep.

Dat staat in het advies van de RSJ Langdurig in de tbs, dat is uitgebracht aan minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) en minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid).

In het advies is nagegaan welke factoren de door- en uitstroom belemmeren van tbs-gestelden die langdurig in de tbs verblijven maar die potentieel wel zouden kunnen door- en uitstromen. De RSJ doet enkele aanbevelingen om de situatie te verbeteren.

Effectief en toekomstbestendig

Het doel van de tbs-maatregel is tweeledig: beveiliging van de maatschappij en – na behandeling  - veilige resocialisatie. Naast het voorkomen van recidive is een goede door- en uitstroom van belang voor een effectief en toekomstbestendig tbs-stelsel.

Voor een deel van de tbs-gestelden is uitstroom niet mogelijk door aanhoudend delictgevaar. Er zijn echter ook tbs-gestelden die potentieel wel zouden kunnen uitstromen, maar waarvan de behandeling stagneert door diverse knelpunten.

Langdurig tbs-gestelden

Er zijn bijna 400 tbs-gestelden die langer dan acht jaar in de tbs verblijven, maar nauwelijks perspectief hebben op door- of uitstroom. Voor een aanzienlijk deel van hen is de mogelijkheid op door- en uitstroom in potentie wel aanwezig, maar stageert de voortgang van de behandeling door diverse factoren.

Deze specifieke groep kenmerkt zich door complexe en meervoudige problematiek. Vanwege hun problematiek hebben zij moeite zich aan regels te houden en de gevolgen van hun beslissingen te overzien. De behandeling van deze groep vraagt om een individuele aanpak en maatwerk door ervaren behandelaren.

Maatregelen met een belemmerend effect

Incidenten in de tbs-sector leiden tot generieke beleidsmaatregelen. Deze maatregelen beperken in ernstige mate de ruimte die nodig is om in de behandeling maatwerk te kunnen leveren en te kunnen leren van fouten.

Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat een tbs-gestelde een jaar niet met verlof mag als hij later dan afgesproken terugkeert van een verlof of als er een vermoeden is van een strafbaar feit, zoals handel in softdrugs. Gedurende dit jaar staat de behandeling stil.

Daarnaast zorgt verandering van wetgeving ervoor dat de periode in detentie voorafgaand aan een tbs-behandeling steeds langer wordt. De kans om iemand succesvol te behandelen wordt echter kleiner naarmate er langer met de behandeling wordt gewacht.

Door- en uitstroomvoorzieningen

Voor een goede door- en uitstroom van langdurig tbs-gestelden zijn er voorzieningen nodig met specifieke expertise en voldoende oog voor risicomanagement. Deze plekken zijn er onvoldoende. Daarnaast vormt het negatieve imago van de tbs-maatregel een belemmering voor de uitstroom. Gemeenten hebben hierbij ook een belangrijke rol. Het draagvlak en de financiering tussen gemeenten wisselt sterk.

Personele en financiële problemen

Een effectieve tbs-behandeling vraagt om goed opgeleid en ervaren personeel. Er wordt echter krapte in capaciteit, personeel en structurele financiering ervaren. Het personeel ervaart een hoge werkdruk en administratieve last. Ook heeft het personeel last van een negatief imago van het werk in de forensische sector.

Het tekort aan deskundig en ervaren personeel leidt tot onvoldoende continuïteit en tot wachttijden in de behandeling van tbs-gestelden. Het leidt ook tot risico's voor personeel en patiënten.

Krachtenveld politiek, media en samenleving

De druk op het tbs-stelsel door de politiek, media en de samenleving is groot. Incidenten in de tbs resulteren in veel aandacht. Dat geldt ook voor geringe als een incident aangemerkte voorvallen die niet tot ernstige risicovolle situaties leiden.

Media en politici schetsen soms onrealistische verwachtingen. De indruk wordt gewekt dat incidenten altijd te voorkomen zijn. Het mijden van elk mogelijk risico, ook van risico’s die weinig gevolgen hebben voor de veiligheid van de maatschappij, leidt tot een spreekwoordelijke kramp bij de diverse verantwoordelijken.

Advies RSJ

De RSJ adviseert om de knelpunten op te lossen door de generieke maatregelen die professionaliteit en maatwerk beperken, zoals de regel ‘één jaar geen verlof’, af te schaffen. Ook moet de directe verantwoordelijkheid van de Minister bij individuele verlof- en voortgangsbeslissingen heroverwogen worden. Daarnaast is het beter als tbs-gestelden al na een derde van hun detentie kunnen starten met de tbs-behandeling.

Volgens de RSJ is het bovendien van groot belang dat er geïnvesteerd wordt in personele capaciteit en structureel budget. Tevens is het essentieel dat een reëel beeld gegeven wordt van het tbs-stelsel. De tbs-klinieken worden geadviseerd continu te investeren in een positieve relatie met de politiek en de media.

De RSJ adviseert verbreding van de huidige LFPZ (voorheen: ‘longstay’) tot een ‘pauze- of perspectief-voorziening’ met een lage behandeldruk. Dit voorkomt dat tbs-gestelden soms meerdere malen worden overgeplaatst naar andere klinieken.

De zorgconferenties die DJI organiseert voor langdurig tbs-gestelden ziet de RSJ als een positieve ontwikkeling. Deze kunnen ook ingezet worden bij vroege stagnatie en gebruikt worden om de behoefte aan door- en uitstroomplaatsen te inventariseren. Via het inkoopbeleid kan de nodige innovatie van nieuwe voorzieningen gefaciliteerd worden.

RSJ Infographic Langdurig in de tbs