Advies conceptwetsvoorstel Boeken 1 en 2 Wetboek van Strafvordering

De wetsvoorstellen met betrekking tot Boek 1 en Boek 2 van het Wetboek van Strafvordering (WSv) maken deel uit van de modernisering van het gehele WSv. In dit advies gaat de Afdeling advisering vooral in op de wijzigingen inzake de toepassing van de voorlopige hechtenis en op de positie van het slachtoffer.

Met het conceptwetsvoorstel wordt beoogd om de toepassing van voorlopige hechtenis terug te dringen en waar mogelijk gebruik te maken van minder ingrijpende vormen van vrijheidsbeneming.

Kern van de wetswijziging is dat, als de verdachte zijn proces niet in vrijheid kan afwachten, in eerste instantie wordt overwogen of kan worden volstaan met een vorm van voorlopige vrijheidsbeperking. Pas als dat niet voldoende is, kan voorlopige hechtenis worden opgelegd.
De afdeling Advisering is positief over deze intentie.

Aandachtspunten bij implementatie
De kanttekeningen en aanbevelingen betreffen zowel enkele aanscherpingen van het wetsvoorstel als aandachtspunten bij de implementatie, waaronder:

  • Met betrekking tot het verwachte effect signaleert de Afdeling dat de onveranderd ruime gronden voor het opleggen van de voorlopige hechtenis nog steeds kunnen leiden tot een veelvuldig gebruik van de voorlopige hechtenis. Dat geldt met name voor de gronden vluchtgevaar en recidivegevaar. Geadviseerd wordt om de motiveringseis bij die gronden (is er daadwerkelijk sprake van recidive- of vluchtgevaar, en zo ja waarom kan niet worden volstaan met een voorlopige vrijheidsbeperking) op te nemen in de memorie van toelichting.
  • Ten aanzien van de in het wetsvoorstel opgenomen maatregelen die als voorlopige vrijheidsbeperking kunnen worden opgelegd, wijst de Afdeling advisering onder meer op de mogelijk grote impact die deze maatregelen kunnen hebben en de noodzaak om de proportionaliteit ervan telkens af te wegen.
  • Met betrekking tot de positie van het slachtoffer adviseert de Afdeling tot uitbreiding van de informatieplicht, zodanig dat het slachtoffer ook wordt geïnformeerd als de opgelegde vrijheidsbeperking betrekking heeft op de bescherming van het slachtoffer (bijvoorbeeld een contact- of locatieverbod).
  • Met betrekking tot de uitwerking wijst de Afdeling advisering op het belang van tijdige informatie van de reclassering en een goede samenwerking tussen de ketenpartners. Geadviseerd wordt om de beschikbare capaciteit en middelen bij de betreffende organisaties hierop aan te passen.