Korte detenties: politiek en ketenpartners, verzin een list

Weblogs

Van de detenties in Nederland, duurt 74 procent korter dan drie maanden. Ruud Boelens was tien jaar lid van de Afdeling advisering van de RSJ en bezocht vaak penitentiaire inrichtingen. Hij hield daar een dubbel gevoel aan over: bewondering voor medewerkers en daarnaast een besef van de zinloosheid van veel detenties. In deze weblog deelt hij twee oplossingsrichtingen, die vooraf gaan aan het toepassen van het strafrecht.

Beeld: ©ANP / ANP

Het besef van de zinloosheid van detenties had ik vooral na bezoeken aan inrichtingen voor arrestanten (personen die al een straf, boete of maatregel opgelegd hebben gekregen en zich daaraan hebben onttrokken). Vroeger zaten zij verspreid over gevangenissen in heel Nederland, maar op bedrijfseconomische gronden worden ze sinds 2014 geconcentreerd in vijf inrichtingen met een heel sober regime. Ze verblijven daar een paar dagen tot maximaal 8 weken.

De mens achter de arrestant

Ik zag grote verschillen: in de ene PI werd vooral gesproken over processing, doorstroom en efficiency terwijl in de andere PI meer werd geprobeerd de mens achter de arrestant te zien. Zeker in de laatste PI’s trof ik vaak medewerkers en leidinggevenden aan die zich hardop afvroegen of veel van hun ‘klanten’ eigenlijk wel in een PI thuis hoorden.

Want hoe het er ook aan toegaat in een arrestantengevangenis, er zitten vooral mensen met een baaierd aan problemen: problemen m.b.t. wonen, dagbesteding, financiën (bijna iedereen heeft - vaak forse - schulden), relaties (vooral het ontbreken daarvan) en verslaving. En in veel gevallen is er ook sprake van psychiatrische en/of andere gedragsproblematiek.

Het heeft zelden zin deze mensen een aantal dagen of weken twintig uur per dag in een cel te zetten (en dat niet zelden meerdere keren per jaar). De enige reden dat het gebeurt, is dat we voor deze groep tot nu toe niks beters kunnen bedenken.

Dat moet en kan wat mij betreft anders. De RSJ komt binnenkort met een advies over het terugdringen van korte detenties en het stimuleren van betekenisvolle alternatieven. Ik lever daar (als zogenaamde expert) een bijdrage aan.

Oplossingsrichtingen vooraf aan het strafrecht

Hier pleit ik voor twee oplossingsrichtingen, die als het ware aan het toepassen van (alleen) het strafrecht vooraf gaan.

  1. Denk nog eens goed na of sommige gedragingen die nu uiteindelijk tot een verblijf in een gevangenis leiden, niet gedecriminaliseerd moeten worden. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan alcohol- of drugsgebruik in gebieden waar dat niet mag, wildplassen, agressief optreden in het publieke domein en reizen zonder vervoersbewijs in het openbaar vervoer. Het wordt gedaan door mensen die primair hulpverlening nodig hebben en niet boetes die ze toch niet betalen. Hulpverlening, indien nodig met wat drang of dwang; ik pleit absoluut niet voor een softe, maar wel voor een effectievere benadering.
  2. Bedenk lokaal of regionaal oplossingen in samenwerkingsverbanden van lokaal bestuur, maatschappelijke en justitiële organisaties. Gelukkig gebeurt dat steeds meer in met name Zorg- en veiligheidshuizen. Maar gelet op de duizenden die de arrestanteninrichtingen jaarlijks in- en uitgaan, is er nog veel verbeeldingskracht en inventiviteit nodig om werkwijzen te bedenken die maatschappelijk aanvaardbaar zijn en niet tot deze zinloze en dure detenties leiden. Ik weet dat er bij de organisaties die in de zorg- en veiligheidshuizen werken veel slimme medewerkers zitten, die heel goed out of the box kunnen denken. Leidinggevenden en politiek: geef ze de ruimte.

Het advies 'Korte detenties nader bekeken' is op 29 oktober 2021 gepubliceerd.