Bejegening en resocialisatie in zware regimes
Beeld: ©rsj

Toenemende beveiliging in breder perspectief

Verharding van criminaliteit vormt een actueel probleem voor de samenleving. Ook in het gevangeniswezen is sprake van een kleine groep verdachten en veroordeelden waarvan een grote dreiging uitgaat, bijvoorbeeld vanwege het risico op ondermijning van de rechtsstaat of bedreiging van personen. Extra beveiligingsmaatregelen zijn dan nodig om te voorkomen dat zij vanuit detentie hun criminele activiteiten voortzetten. Dat vereist een goed onderbouwd en samenhangend veiligheidsbeleid, meent de RSJ.

In een advies formuleert de RSJ wat de belangrijkste uitgangspunten zijn voor zo’n veiligheidsbeleid.

De RSJ onderkent de noodzaak om gedetineerden waarvan een groot gevaar uitgaat, extra te kunnen beveiligen. Omdat zwaardere beveiliging altijd leidt tot verdere inperking van rechten of vrijheden, is aandacht nodig voor de bejegening en rechtspositie van deze gedetineerden, die zijn verankerd in de beginselen van het Penitentiair recht. Daarom moet een goed onderbouwd veiligheidsbeleid volgens de RSJ gebaseerd zijn op onder meer de volgende uitgangspunten:

  • Maatwerk: de extra beveiligingsmaatregelen moeten zoveel mogelijk zijn afgestemd op het gedrag en de risico’s van individuele gedetineerden.
     
  • Rechtswaarborgen voor gedetineerden: zware beveiligingsregimes hebben grote impact op de bewegingsvrijheid en persoonlijke levenssfeer van gedetineerden. Dat vereist goede rechtswaarborgen voor gedetineerde, waarbij in het algemeen geldt: hoe ingrijpender de beperkingen, hoe meer rechtswaarborgen vereist zijn.
     
  • Aandacht voor de relationele veiligheid: veiligheid bestaat niet alleen uit fysieke, elektronische of organisatorische beveiligingsmaatregelen. Belangrijk is ook de zogenaamde relationele veiligheid die betrekking heeft op het contact tussen personeel en gedetineerde.
     
  • Resocialisatie: ook gedetineerden waarvan een grote dreiging uitgaat, keren in principe terug in de samenleving. Vanuit een zwaarbeveiligd regime vereist een veilige en verantwoorde terugkeer bijzondere aandacht.
     
  • Beperken van eventuele negatieve effecten van zware beveiligingsmaatregelen: zware beperking van de bewegingsvrijheid en van contact met de buitenwereld kan leiden tot een grote mate van sociaal isolement. De negatieve effecten hiervan moeten zoveel mogelijk worden voorkomen.

Ga naar het bovenstaande document voor het volledige advies en aanbevelingen.

Beleidsreactie

De minister voor Rechtsbescherming heeft op 30 juni schriftelijk op het advies Toenemende beveiliging in breder perspectief gereageerd. Zoals de RSJ in een eerder advies bij consultatie aanpassing Pbw heeft voorgesteld, worden de criteria voor plaatsing in de AIT vastgelegd in de Rspog. Daarnaast worden een periodieke toetsing, het schriftelijk motiveren van het besluit tot plaatsing en de mogelijkheden voor resocialisatie in de Rspog opgenomen. Ten aanzien van de TA is een heroverweging van de automatische plaatsing, zoals de RSJ heeft voorgesteld, volgens de minister op dit moment niet aan de orde. Wel wordt gewerkt aan het uitbreiden van de mogelijkheden voor een geleidelijke terugkeer, door meer geld uit te trekken voor een ruimer aanbod als het gaat om opleiding en arbeid. Ook verruimt de minister de mogelijkheden voor doorplaatsing naar maximaal achttien maanden voor einde detentie, voor gevangenisstraffen van acht jaar of meer. Wat betreft BPG worden de benodigde en geadviseerde specifieke bepalingen rondom de plaatsing en de periodieke toetsing ook in de Rspog opgenomen. Wat betreft het dagprogramma op de BPG vinden er geen wijzigingen plaats.