Advies Besluit forensische zorg in samenhang met de Besluiten Verplichte ggz en het Besluit Zorg en dwang

De afdeling Advisering is gevraagd te adviseren over het Besluit forensische zorg, in samenhang met het Besluit verplichte ggz en het Besluit zorg en dwang. Het betreft uitvoeringsbesluiten bij de Wet forensische zorg, de Wet verplichte ggz en de Wet zorg en dwang.

De algemene indruk is dat de wet- en regelgeving voorziet in betere waarborgen voor plaatsing van patiënten met een justitiële titel in de forensische en ggz-zorg, evenals in een verbeterde aansluiting tussen beide domeinen. Op onderdelen acht de afdeling echter verduidelijking of aanscherping nodig.

Bevindingen
Op hoofdlijnen komt de afdeling tot de volgende bevindingen:

  • Systeemkenmerken van de wet- en regelgeving: de versterkte regie van de minister van Justitie en Veiligheid leidt naar verwachting tot betere waarborgen voor plaatsing van patiënten met een justitiële titel. Het systeem van wet- en regelgeving is echter complex, wat naar verwachting tot problemen zal leiden bij de uitvoering. Dit vermoeden wordt versterkt doordat de Besluiten op veel punten onvoldoende duidelijkheid geven omtrent de uitvoering.
  • Bevoegdheden en verantwoordelijkheden: over het geheel mist de afdeling een goede balans tussen de bevoegdheden van de minister van Justitie en Veiligheid en die van de geneesheer-directeur. Terwijl de bevoegdheden van de minister duidelijk zijn vastgelegd, is op onderdelen onvoldoende gewaarborgd dat de expertise van de geneesheer-directeur volwaardig wordt meegewogen in de beslissing van de minister. Daarmee kan het behandelperspectief in de forensische zorg onderbelicht raken.
  • Informatie-uitwisseling en –beheer: voor een goede samenwerking tussen het justitiële systeem en de behandelinstellingen dient de relevante informatie over zorg- en veiligheidsbehoefte beschikbaar te zijn. In de nieuwe wet- en regelgeving is deze informatie-uitwisseling stevig verankerd. De Afdeling ziet dit in beginsel als positief maar plaatst kanttekeningen bij de omvang van de door de zorgverleners te verschaffen informatie, waarbij de doelbinding niet altijd duidelijk is. Voor zover het geneeskundige informatie betreft (waarop het medisch beroepsgeheim van toepassing is), acht de afdeling tevens een betere waarborg van de privacy nodig.
  • Rechtspositionele aspecten: forensisch patiënten kunnen op verschillende titels verblijven in verschillende instellingen, wat gevolgen heeft voor de rechtsposities en klachtmogelijkheden. In de voorliggende wet- en regelgeving mist de Afdeling een duidelijk en compleet overzicht van de toepasselijke interne en externe rechtsposities, evenals van de klachtmogelijkheden.