Advies Conceptwetsvoorstel wijziging Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie

De RSJ constateert dat het wetsvoorstel grotendeels het advies over interlandelijke adoptie Alles van waarde is weerloos van de Commissie lesbisch ouderschap en interlandelijke adoptie, onder voorzitterschap van mr. N.A. Kalsbeek (Kamerstukken II 2007/08, 31 265, nr. 6), de Commissie-Kalsbeek, volgt.

De belangrijkste opmerkingen van de RSJ zijn:

  1. De RSJ kan zich op hoofdlijnen in het voorstel vinden. Het stellen van scherpere grenzen – waar dat gebeurt – , het verminderen van mogelijke uitzonderingssituaties, verplichte bemiddeling door een vergunninghouder en het versterken van het toezicht komen de uitvoering van interlandelijke adoptie ten goede;
  2. de onderbouwing voor het verhogen van de leeftijdsgrens voor aspirant-adoptiefouders kan het voorstel niet dragen;
  3. met het verhogen van de leeftijdsgrens voor te adopteren kinderen wordt weliswaar het advies van de Commissie-Kalsbeek gevolgd, maar de onderbouwing hiervan in het wetsvoorstel overtuigt niet en gaat voorbij aan mogelijke nadelen voor het kind. Consequenties van adopteren op latere leeftijd zullen in de praktijk nauwkeurig moeten worden onderzocht;
  4. uit de voorgestelde verhoging van de leeftijdsgrens voor aspirant-adoptiefouders vloeit voort dat het maximale leeftijdverschil tussen kind en ouders met tien jaar toeneemt. Een dergelijke consequentie vergt een expliciete, eigen rechtvaardiging. Deze ontbreekt echter;
  5. de adviesfunctie van de RSJ ten aanzien van bezwaar tegen de weigering van beginseltoestemming ware ongewijzigd te laten.