Advies Wetsvoorstel adolescentenstrafrecht

De RSJ adviseert het adolescentenstrafrecht zoals voorgesteld in het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht, niet in te voeren. Het wetsvoorstel voorziet in een beperkte verruiming van de toepassing van het jeugdstrafrecht op de groep jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar en niet in een apart strafrecht voor alle jongvolwassenen van 18 tot 24 jaar. Daarmee is naar de mening van de RSJ sprake van een gemiste kans. Het wetsvoorstel voorziet vooral in een aanscherping van het jeugdstrafrecht voor de groep jeugdigen van 12 tot 18-jarigen; deze aanscherping is zodanig dat de RSJ meent dat hierdoor de pedagogische grondslag niet langer het leidende beginsel van het jeugdstrafrecht is. Het accent komt na invoering van deze voorstellen te liggen op beveiliging van de samenleving en op vergelding, terwijl Nederland er niet veiliger van wordt.

De criminaliteitscijfers geven geen aanleiding voor een dergelijke aanscherping: hieruit blijkt dat eerder sprake is van stabilisering danwel afname van de criminaliteit onder jeugdigen en jongvolwassenen dan van een toename. Het kabinet wijst als aanleiding voor deze aanscherping op recente inzichten in de neuropsychologische ontwikkeling van adolescenten en jongvolwassenen, maar geeft daaraan naar de mening van de RSJ een onjuiste interpretatie. Deze inzichten pleiten juist voor terughoudendheid bij strafrechtelijk ingrijpen bij de groep 12- tot 18-jarigen en voor de invoering van een apart strafrecht voor alle jongvolwassenen van 18 tot 24 jaar.

Daarnaast is bij de voorgestelde maatregelen niet (wetenschappelijk) onderbouwd of en zo ja hoe zij bijdragen aan een veiliger Nederland. Gesuggereerd wordt dat een zwaardere en strengere aanpak van delinquente jeugdigen effectiever zou zijn en zou bijdragen aan een vermindering van de recidive. Uit de onderzoeksliteratuur komt echter onweerlegbaar naar voren dat een zwaardere en repressievere aanpak de
veiligheid niet bevordert maar mogelijk zelfs contraproductief werkt, met – in ieder geval op den duur – méér in plaats van minder recidive tot gevolg.

In zijn eerdere advies ‘Het jeugdstrafproces: toekomstbestendig!’ van maart 2011 pleit de RSJ voor een apart strafrecht voor alle jongvolwassenen van 18 tot 24 jaar, en in tegenstelling tot het onderhavige wetsvoorstel voor méér nadruk op de pedagogische grondslag van het jeugdstrafrecht. De RSJ pleit voor een pedagogische en intensieve aanpak, waarbij met maatwerk recidive wordt teruggedrongen. Als het kabinet dit wetsvoorstel toch wenst in te voeren, dringt de RSJ aan op aanpassing van het wetsvoorstel op diverse punten.