Advies Regimesontwikkeling in de inrichtingen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen

In de inrichtingen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen die na het einde van hun straf zullen worden uitgezet, wordt een regime gevoerd waarin de vreemdeling wordt voorbereid op terugkeer. Het betreft de locaties Esserheem en Norgerhaven van de penitentiaire inrichtingen Veenhuizen en (tot voor kort) het detentiecentrum Alphen aan den Rijn. De RSJ adviseerde in 2008 over de inrichting van dit regime.

Het is een vorm van ‘bijzondere opvang’ op basis van artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden. In deze bepaling en de toelichting erop wordt voorgeschreven dat de inrichting activiteiten biedt die terugkeer onder meer bevorderen door de gedetineerden vaardigheden aan te leren die van nut kunnen zijn in het land van bestemming.

Op aangeven van de commissie van toezicht bij een van de inrichtingen dat deze activiteiten niet of nauwelijks worden geboden, heeft de RSJ met betrokken inrichtingsfunctionarissen en gedetineerden gesproken. De RSJ komt tot de conclusie dat de voorzieningen achterblijven bij hetgeen als invulling van deze bijzondere opvang gewenst is. Arbeid en onderwijs zijn voor de strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen onvoldoende beschikbaar of toegankelijk. Inhoudelijk zijn de activiteiten niet gericht op het faciliteren van terugkeer. Een van de locaties kent in het geheel geen aparte voorzieningen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, waardoor de legitimiteit van plaatsing op deze titel aanvechtbaar is.

Strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen worden gedurende de laatste vier maanden overgeplaatst naar een detentiecentrum, teneinde de uitzetting gemakkelijker te maken. De vraag of dergelijke overplaatsingen altijd functioneel zijn, valt niet te beantwoorden wegens het ontbreken van cijfers over uitzetting na detentie of eventueel aansluitende vreemdelingenbewaring.

De RSJ beveelt aan

  • in de desbetreffende locaties daadwerkelijk een regime van bijzondere opvang in te voeren, zoals bedoeld in artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing;
  • een activiteitenprogramma te voeren dat aan het doel van de bijzondere opvang tegemoetkomt en daarmee ook voldoet aan de instellingsmotivering voor deze vorm van bijzondere opvang;
  • te zorgen dat informatie beschikbaar komt over uitzetcijfers en over de mate waarin strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen na hun straftijd alsnog in vreemdelingenbewaring worden genomen, aan de hand waarvan de effectiviteit van het regime van bijzondere opvang voor deze groep kan worden gestaafd;
  • de noodzaak tot overplaatsing van Veenhuizen naar Alphen aan den Rijn steeds individueel te bekijken;
  • het regime in het detentiecentrum te verruimen en de bejegening daarop aan te passen.