Advies PIJ-jongeren in observatie

Justitie beoogt de forensische diagnostiek te verbeteren van jongeren aan wie een pij-maatregel is opgelegd. Om die reden is in een justitiële jeugdinrichting, Teylingereind, een observatieafdeling ingericht.

De observatieafdeling is bestemd voor gevallen waarin:

  1. de behandeling moeilijk verloopt en geadviseerd moet worden over het vervolg, of
  2. geadviseerd moet worden over verlenging van de maatregel.

Voor deze observatieafdeling bestaat momenteel geen wettelijke basis. Voorlopig wordt hierin voorzien door de Tijdelijke regeling van de staatssecretaris van Justitie tot plaatsing van jeugdigen op een observatieafdeling. Op verzoek van de staatssecretaris brengt de RSJ hierover advies uit. Het advies blijft beperkt tot de vraag of de Tijdelijke regeling voldoende wettelijke basis biedt en gaat kort in op de rechtspositie van de betrokken jongeren.

Zowel plaatsing voor een advies over de verdere behandeling (mogelijkheid a) als plaatsing met het oog op advisering over verlenging van de pij-maatregel (mogelijkheid b) kan volgens de RSJ worden opgevat als bijzondere opvang zoals bedoeld in artikel 15 lid 1 juncto lid 2 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj). Derhalve biedt de Tijdelijke regeling  naar het oordeel van de RSJ voldoende (tijdelijke) wettelijke basis. Wel is de RSJ van mening dat het vanuit wetssystematisch oogpunt meer voor de hand zou liggen om mogelijkheid b in het Wetboek van Strafvordering te regelen en niet in de Bjj.

De RSJ beveelt aan in de toelichting op de Tijdelijke regeling (en later ook in de definitieve regeling) duidelijker te omschrijven in welke gevallen jongeren op deze observatieafdeling kunnen worden geplaatst, met name wat verstaan wordt onder een ‘moeilijk lopende behandeling’. Verder beveelt de RSJ aan om in de regeling een bepaling op te nemen dat de jongere na het verstrijken van de observatietermijn terugkeert naar de inrichting van herkomst, tenzij uit de observatie blijkt dat overplaatsing geïndiceerd is.

Mogelijk zal de RSJ in een toekomstig advies nog ingaan op vragen van meer inhoudelijke aard, onder meer over de noodzaak of wenselijkheid van deze observatieafdeling en over de wijze waarop diagnose plaatsvindt.