Advies Wijziging verloftoetsingskader tbs 2009

Volgens plan wordt het verloftoetsingskader voor ter beschikking gestelden herzien nu het Adviescollege Verloftoetsing Tbs (AVT) is ingesteld. Het herziene verloftoetsingskader geeft vorm aan de nieuwe wijze van verloftoetsing. De aanpassing sluit ook aan bij de behoefte van de forensisch psychiatrische centra aan een consistentere indeling.

De RSJ vindt dat het verloftoetsingskader helder is opgebouwd en het toepassen van verlof in een aantal aspecten versoepelt. Het geeft een goed overzicht van de verlofmodaliteiten en de regels voor aanvraag, evaluatie en beëindiging van verlof.

Deze herziening brengt naar het oordeel van de RSJ op een aantal punten verbetering in het verlofbeleid:

  • begeleid verlof, inclusief groepsverlof, is ook voor longstaypatiënten mogelijk;
  • verlof is nu ook mogelijk voor levenslanggestraften die in een tbs-inrichting verblijven;
  • het verdacht worden van een strafbaar feit (waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten) is niet langer een voldoende grond voor het van rechtswege vervallen van de verlofmachtiging; hiervoor is nodig dat de ter beschikking gestelde voor een dergelijk feit wordt vervolgd. Dit is vanuit rechtspositioneel en behandeloogpunt een goede zaak.

De RSJ blijft bij zijn eerder ingenomen standpunten en aanbevelingen, namelijk:

  • alle termijnen voor zowel de minister van Justitie als de inrichtingen uit het toetsingskader van april 2005 integraal op te nemen in het herziene toetsingskader;
  • bij een combinatievonnis (gevangenisstraf en tbs) te voorzien in de mogelijkheid om een verloftraject te laten starten zodra dat vanuit behandeloogpunt gewenst en verantwoord is, ongeacht of de v.i.-datum al is verstreken.

De RSJ beveelt verder aan:

  • de oorspronkelijke verlofmachtiging te laten voortduren totdat de beslissing over een nieuwe machtiging is genomen als de inrichting vóór het van rechtswege vervallen van de oorspronkelijke machtiging een positieve verlofevaluatie indient en een nieuwe machtiging ontbreekt;
  • de verlofmachtiging na een jaar te laten vervallen als de inrichting geen verlenging heeft aangevraagd;
  • de verlofmachtiging in beginsel te laten doorlopen na een overplaatsing waarbij de behandeling met een gunstige prognose wordt voortgezet, tenzij hiertegen inhoudelijk bezwaar bestaat. In dergelijke gunstige gevallen dient de ontvangende inrichting de mogelijkheid te hebben om de verlofuitvoering in de eerste periode na opname op te schorten;
  • de betekenis en de implicaties van de kwalificatie ‘tbs-gestelde met een indicatie voor de longstay’ te verduidelijken. Hierbij is vooral de eventuele betekenis voor verlofmogelijkheden van belang.