Advies Wijziging Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

In dit advies gaat de RSJ in op het ontwerpwetsvoorstel tot wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj). De RSJ waardeert de meeste voorstellen, omdat met de wijzigingen enkele in de praktijk lang bestaande knelpunten worden verholpen.

Dit gebeurt bijvoorbeeld door het wettelijk vastleggen van de pedagogische time-out maatregel. Andere verbeteringen betreffen het verruimen van de bezoektijden, het bevorderen van de kind-bij-ouderplaatsing, het betrekken van ouders/verzorgers door middel van informatie-uitwisseling en het wettelijk vastleggen van nachtdetentie. Ook waardeert de Raad dat de trajectbenadering nog meer centraal komt te staan in de inrichting, zoals blijkt uit het opstellen van een trajectplan voor elke jeugdige.

De RSJ is verder positief over het invoeren van verplichte nazorg voor alle jeugdigen die een justitiële jeugdinrichting verlaten. In het voorstel krijgt de pij-maatregel een voorwaardelijk einde bedoeld als toezichtperiode. De RSJ zou graag zien dat ook de jeugddetentie eindigt met een soortgelijke toezichtperiode.

De RSJ heeft ook een aantal bedenkingen. Dit is het geval bij het voorstel om enkele bevoegdheden van de directeur te delegeren aan het afdelingshoofd. De RSJ ondersteunt deze wijziging van de Beginselenwet, maar tekent daarbij aan dat het verlengen van de uitsluiting van verblijf in de groep of van deelname aan activiteiten, alsmede het verlengen van de plaatsing in afzondering voorbehouden dient te blijven aan de directeur vanwege het ingrijpende karakter van deze maatregelen.

Het voorstel om klaagschriften verplicht in te dienen door tussenkomst van de directeur wordt niet ondersteund door de RSJ, omdat deze constructie afbreuk doet aan het onafhankelijke karakter van de beklagprocedure. De RSJ stelt daarom als alternatief voor dat de beklagcommissie een klacht aan de maandcommissaris doorgeeft ter bemiddeling.

De RSJ uit ook zijn zorgen over de haalbaarheid van het voorstel om het aantal uren van verblijf op de groep flexibel toe te passen. Compensatie van uren zal in het weekend nagenoeg onmogelijk zijn, vanwege de minimale personeelsbezetting op deze dagen.

Tot slot spreekt de RSJ de uitdrukkelijke wens uit dat, in het kader van het voorstel voor het wettelijk vastleggen van nachtdetentie, er duidelijkheid komt over de bevoegdheid voor het beëindigen van de nachtdetentie in zowel de voorlopige hechtenisfase als in de executiefase.