Advies Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka)

Het gaat hier om een aantal wijzigingen in de Wobka inzake de vereisten die worden gesteld aan de beginseltoestemming, de leeftijdscriteria, de bijdrage in de kosten van het gezinsonderzoek, enige aspecten van toezicht op de vergunninghouders en enkele andere onderwerpen.

Met de meeste voorstellen stemt de RSJ in. Deze stemmen overeen met de voorstellen naar aanleiding van de evaluatie van de Wobka in 2005, waarover de Raad positief heeft geadviseerd. De RSJ heeft echter grote bezwaren tegen het voorstel om de leeftijdscriteria voor aspirant-adoptiefouders te verruimen, omdat het belang van de kinderen hiermee niet wordt gediend.

Het maximumleeftijdsverschil tussen aspirant-adoptiefouder en –kind wordt verruimd van 40 naar 44 jaar en de maximumleeftijd waarop adoptie mogelijk is wordt gesteld op 56 jaar voor de oudste adoptiefouder en 50 jaar voor de jongste of enige adoptiefouder (dit is nu 46 jaar). De RSJ geeft zijn visie op adoptie en op de invulling van het begrip ‘belang van het kind’: interlandelijke adoptie vormt geen instrument in het kader van enig ‘recht’ van mensen op gezinsvorming. Dit uitgangspunt lijkt in het voorgestelde wetsontwerp te veel op de achtergrond te zijn geraakt.

RSJ raadt de voorgestelde verruimingen af

De RSJ constateert dat het voorstel nauwelijks is gefundeerd en dat het leidt tot inconsistent beleid en raadt de voorgestelde verruimingen uit het oogpunt van het belang van (adoptie)kinderen te enenmale af. De RSJ verwijst naar een tiental argumenten die de minister van Justitie aandraagt in een brief uit 2005 aan de Tweede Kamer, die juist pleiten voor handhaving van de huidige leeftijdscriteria.

Naast handhaving van de huidige leeftijdscriteria pleit de RSJ voor het leggen van meer accent op voorlichting aan (oudere)aspirant-adoptiefouders over de (leeftijds)grenzen in relatie tot adoptie. De overheid moet meer duidelijkheid geven aan mogelijke belangstellenden voor adoptie over de leeftijdsgrenzen en over de gemiddelde duur van de procedure, teneinde de aspirant-adoptiefouders te doordringen van de eigen verantwoordelijkheid indien zij pas ‘laat’ aan een adoptieprocedure beginnen.