De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) presenteert een Meerjarenprogramma voor de periode 2025 tot en met 2028. Dit Meerjarenprogramma bevat themalijnen met daaronder de adviezen die de RSJ op eigen initiatief uitbrengt aan de bewindspersonen van J&V en VWS.
Jaarlijks adviseert de RSJ op verzoek van de bewindspersonen van J&V en VWS over onderwerpen die betrekking hebben op de toepassing en uitvoering van beleid en wet- en regelgeving met betrekking tot de strafrechtstoepassing en het jeugddomein. Deze adviezen worden gepubliceerd in een Adviesprogramma dat de RSJ, zoals is vastgelegd in de instellingswet, elk jaar in november openbaar maakt.
Daarnaast zijn er onderwerpen die maatschappelijk relevant zijn, of niet worden gevraagd, maar waarover de RSJ wel wil adviseren. Daarbij wil de RSJ in meer abstracte lijnen kunnen denken en meer tijd en ruimte kunnen nemen voor verkennend onderzoek naar een vraag of gesignaleerd knelpunt. Zo ontstond de behoefte een meerjarenprogramma te ontwikkelen met themalijnen waarin de uitgangspunten van de Afdeling advisering van de RSJ terug te lezen zijn. Deze themalijnen tonen bovendien meer de samenhang tussen de adviezen.
Jaarlijks worden de adviesonderwerpen uit het Meerjarenprogramma geactualiseerd en aangepast waar dat nodig of wenselijk is. Ook kunnen er onderwerpen zijn die niet direct vallen onder de themalijnen, maar wel passen binnen het aandachtsgebied van de RSJ en waarover de RSJ wil adviseren. Heeft u een onderwerp waarvan u vindt dat de RSJ erover moet adviseren? Vul dan onderaan deze pagina het formulier in.
De verschillende thema's staan hieronder vermeld met de huidige adviesonderwerpen. U kunt het document ook als PDF openen. Klik dan op de link hierboven.
1. Zinvolle strafrechtstoepassing
Ook in een tijd van grote druk op het systeem, is het van belang om sancties op een zinvolle en effectieve wijze uit te voeren.
Sancties die mede gericht zijn op resocialisatie en herstel zijn niet alleen in het belang van justitiabelen, maar leiden op de lange termijn ook tot een veiliger samenleving.
Binnen deze themalijn bekijkt de RSJ waar kansen en mogelijkheden liggen voor een zinvolle strafrechtstoepassing, waarbij onder andere wordt nagedacht over betekenisvolle alternatieven.
Het beklagrecht voor gedetineerden is een belangrijke waarde van het Nederlandse penitentiaire systeem. De onafhankelijke toets op beslissingen moet bijdragen aan het respecteren van de rechtspositie van gedetineerden en aan een menswaardige detentie. Echter, voor het alsmaar toenemende aantal klacht- en beroepszaken staat het systeem onder druk. Dit doet afbreuk aan een effectieve rechtsbescherming van ingeslotenen. In het advies Spanning in detentie (2019) heeft de RSJ dit probleem al aangekaart. Gezien de complexiteit van het probleem en diverse ontwikkelingen daarna (zoals invoering grievenstelsel en wetswijzigingen in het systeem van promoveren en degraderen en in het verlofstelsel) wil de RSJ opnieuw over het onderwerp adviseren en op zoek gaan naar mogelijke oplossingen voor de langere termijn.
De RSJ zal hierbij ingaan op zowel oorzaken als op de werking van het beklag- en beroepsrecht in de praktijk en mogelijke oplossingen.
2. De justitiabele in beeld
Alle justitiabelen moeten goed in beeld zijn, waarbij er oog is voor een humane en rechtvaardige bejegening en de bescherming van hun rechtspositie. Dit geldt in het bijzonder voor kwetsbare justitiabelen en justitiabelen die vanwege een zwaar beveiligingsregime ernstig in hun vrijheid worden beperkt. Door de huidige capaciteitsproblematiek lijken de mogelijkheden om maatwerk te leveren onder druk te staan.
De RSJ vindt het belangrijk dat meer aandacht wordt besteed aan de individuele behoeften en kwetsbaarheden van justitiabelen, waarbij bepaalde groepen bijzondere aandacht verdienen. Het uitgangspunt binnen deze themalijn is een persoonsgerichte benadering, waarbij de juiste justitiabele op de juiste plek wordt geplaatst.
Het komt voor dat patiënten gedurende de laatste fase van hun leven in de forensische zorg of in detentie verblijven. Dat komt met
name door de toenemende vergrijzing van de populatie. Dit is een gevolg van – onder andere – de toegenomen verblijfsduur van zowel patiënten in de forensische zorg als gedetineerden.
In de forensische zorg kampt een groeiend aantal patiënten met chronische somatische aandoeningen, cognitieve achteruitgang en complexe zorgbehoeften die de grenzen van het reguliere forensische behandelmodel overstijgen. Ook kunnen er jongere patiënten in de forensische zorg verblijven die zich – vanwege een somatische aandoening – in hun laatste levensfase bevinden. In die fase verschuift de focus van behandeling naar zorg. Het lijkt echter te ontbreken aan de benodigde (terminale) zorgvoorzieningen in de forensische zorg. Dit, in combinatie met de beperkte uitstroommogelijkheden, leidt tot moeilijkheden in de begeleiding van patiënten in hun laatste levensfase.
Vergelijkbare ontwikkelingen zijn zichtbaar in detentie. Er is een toenemende groep gedetineerden die gedurende de laatste fase van hun leven in detentie verblijft, terwijl penitentiaire inrichtingen hierop vaak niet voldoende zijn toegerust.
De RSJ verkent in een advies welke mogelijkheden er zijn om de zorg aan en begeleiding van personen in de laatste levensfase in de forensische zorg en in detentie (beter) te kunnen vormgeven en wat daarvoor nodig is. Hierbij verdient het borgen van de balans tussen zorg en veiligheid speciaal aandacht.
De RSJ kan besluiten in dit advies ook patiënten of gedetineerden te betrekken die zich niet in de laatste levensfase bevinden maar wel blijvend
afhankelijk zijn van zware zorg, als hiervan gaandeweg meerwaarde blijkt.
Gebruik van middelen (drugs) en verslavingsproblematiek komen veelvuldig voor in de forensische zorg. Behandeling van verslaving aan middelen gaat doorgaans gepaard met perioden van terugval van de patiënt. Een knelpunt bij de (verslavings)behandeling in een strafrechtelijk kader is dat het overtreden van gestelde voorwaarden (ten aanzien van middelengebruik) vaak niet zonder consequenties is. Hierbij valt te denken aan het intrekken van verkregen vrijheden (zoals verlof) of (terug)plaatsing naar een hoger beveiligingsniveau.
Dit, terwijl vanuit behandeloogpunt bekend is dat terugval onderdeel uitmaakt van de weg naar herstel. Behandeldoelen en veiligheidsmaatregelen staan daarmee op gespannen voet met elkaar.
In dit advies bekijkt de RSJ hoe behandeldoelen die te maken hebben met middelengebruik en -verslaving al dan niet samengaan met resocialisatie, veiligheid binnen en buiten de forensische zorgklinieken en de rechtspositie van de patiënten.
Dit adviesonderwerp stond als gevraagd advies op het Adviesprogramma 2025, maar is omgezet naar een advies op eigen initiatief
en is zodoende toegevoegd aan het Meerjarenprogramma 2025-2028.
3. Focus op jeugd
De rechten en belangen van jeugdigen vormen een belangrijk uitgangspunt in het familie- en jeugdrecht. Complexe problematiek, tekorten aan passende zorg en schurende wettelijke kaders zorgen ervoor dat jeugdigen die te maken hebben met het familierecht, jeugdhulp, jeugdbescherming en het jeugdstrafrecht, steeds vaker in de knel komen te zitten. Het blijft daarom belangrijk om te focussen op jeugdigen.
Binnen deze themalijn besteedt de RSJ onder meer aandacht aan de toegang tot en continuïteit van zorg en rechtsbescherming voor jeugdigen.
Kinderen die in Nederland wonen maar niet de Nederlandse nationaliteit hebben, groeien op in zeer verschillende omstandigheden. Er is onvoldoende zicht op hoe hun rechten en belangen gewaarborgd worden. De RSJ gaat in een advies na hoe het staat met de veiligheid, het welzijn en de ontwikkeling van deze kinderen. Hebben zij toegang tot jeugdhulpverlening en bescherming wanneer hun ontwikkeling wordt bedreigd en is deze passend? En wat zijn de consequenties als zij in aanraking komen met het jeugdstrafrecht?
Financiële straffen en maatregelen kunnen ervoor zorgen dat jeugdigen langdurig in de schulden raken, wat hun resocialisatie ernstig kan
belemmeren. Bovendien zijn financiële problemen een belangrijke risicofactor voor toekomstig strafbaar gedrag. In jeugdstrafzaken worden
in toenemende mate schadevergoedingsmaatregelen met hoge bedragen gevorderd, waarover rechters moeten beslissen. Daarnaast worden
ontnemingsmaatregelen gevorderd. Ook steeds hogere boetes, die sterk oplopen bij niet-betalen, en een opeenstapeling van boetes, bijvoorbeeld voor verkeersovertredingen, kunnen ervoor zorgen dat jeugdigen in de schulden raken.
De RSJ bekijkt in een advies hoe financiële straffen en maatregelen zich verhouden tot de pedagogische uitgangspunten van het jeugdstrafrecht. Daarbij wordt de kennis en ervaring die het Centraal Justitieel Incasso Bureau al heeft op dit vlak betrokken, en wordt rekening gehouden met de belangen van slachtoffers en nabestaanden.
In Nederland verblijven ongeveer 2.330 patiënten in de forensische zorg. Een onbekend aantal van hen heeft minderjarige kinderen. Hoewel het hebben van een ouder in de forensische zorg ingrijpende gevolgen kan hebben voor een kind, is er geen landelijk beleid gericht op deze kinderen. Ook bestaan er niet of nauwelijks lokale initiatieven die betekenisvol contact tussen het kind en de ouder in de forensische zorg faciliteren.
De RSJ gaat in een advies na hoe de zorg voor en ondersteuning van kinderen kan worden verbeterd en hoe de rechten en belangen
van kinderen met een ouder in de forensische zorg worden geborgd.
Vooralsnog focust de RSJ zich op de forensische zorg. Als gaandeweg blijkt dat ook de situatie in het gevangeniswezen advies behoeft, kan
de focus van het advies worden verbreed.
Extra onderwerpen
De RSJ houdt ruimte voor adviesonderwerpen die niet passen binnen een van de drie themalijnen. Deze worden hieronder weergegeven.
Meedenken?
Heeft u een suggestie voor het Meerjarenprogramma van de RSJ? Vul dan het onderstaande formulier in.
Reageren is doorlopend mogelijk, maar bij de actualisatie van dit jaar wordt alleen de input meegenomen die wij vóór 1 augustus 2025 ontvangen. Levert u na 1 augustus 2025 input, dan wordt die volgend jaar meegenomen.
De nieuwe onderwerpen voor advisering op eigen initiatief worden in november 2025 gepubliceerd.