Het medisch klacht- en beroepsrecht uitgelegd

In het ‘Tijdschrift voor Gezondheidsrecht’ is onlangs een artikel verschenen van Arjan de Groot, jurist bij de RSJ, waarin het medisch klacht- en beroepsrecht bij de RSJ uiteen is gezet. In het artikel wordt dieper ingegaan op deze medische (beroeps)procedure, waarbij wetgeving en recente rechtsontwikkelingen worden geduid en geanalyseerd. Het artikel geeft antwoord op regelmatig terugkomende vragen die samenhangen met de medische (beroeps)procedure.

De Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen bieden de mogelijkheid voor gedetineerden en jeugdigen om het medisch handelen van of namens de inrichtingsarts ter beoordeling voor te leggen aan de medische beroepscommissie van de RSJ. In het beroepschrift moet de gedetineerde uitleggen waarom hij of zij het niet eens is met de behandeling van de inrichtingsarts. De beroepscommissie beoordeelt vervolgens het handelen of nalaten van de inrichtingsarts, aan de hand van de in de wet neergelegde norm.

In het artikel wordt ingegaan op de procesrechtelijke beoordeling door de beroepscommissie en hoe en op basis waarvan de beroepscommissie tot haar oordeel komt. Verder is er aandacht besteed aan de vraag hoe ver de verantwoordelijkheid van de inrichtingsarts reikt bij medische vraagstukken. Ten slotte is een laatste deel van het artikel gewijd aan de verhouding en verschillen tussen het medisch tuchtrecht en het medisch klacht- en beroepsrecht op grond van de Penitentiaire beginselenwet.

Klik hieronder voor het artikel Het medisch klacht- en beroepsrecht bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) uitgelegd. Een juridische duiding en analyse van de rechtspraak.