Schorsingsverzoek tegen beperkte toegang tot moskeedienst toegewezen

De directeur van de PI Sittard heeft de regel ingevoerd dat per afdeling tien gedetineerden de moskeedienst op vrijdagmiddag mogen bijwonen, omdat meer gedetineerden (78) deze willen bijwonen dan het aantal plekken dat beschikbaar is (40). Vanwege het dagprogramma en de brandveiligheid kunnen niet alle gedetineerden die zich hebben opgegeven, bij deze dienst aanwezig zijn.

Algemene regel

Meerdere gedetineerden hebben hiertegen een klaagschrift en een schorsingsverzoek ingediend. De gedetineerden hebben aangevoerd dat dit probleem al meer dan een jaar speelt en dat hun recht op geestelijke verzorging wordt geschonden door de nieuwe regel. De directeur heeft daar tegenovergesteld dat de gedetineerden niet worden beperkt in het belijden van hun geloof, nu de mogelijkheid blijft bestaan om een verzoekbriefje in te vullen voor een gesprek met de imam.

Toelichting

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is in dit geval sprake van een algemene regel die voor alle gedetineerden geldt. Het is in beginsel niet mogelijk daartegen beklag in te stellen, tenzij de algemene regel in strijd is met hogere wet- en regelgeving. De voorzitter oordeelt dat daarvan in dit geval sprake is, zodat de gedetineerden ontvankelijk kunnen zijn in hun schorsingsverzoeken. 

Artikel 41 van de Penitentiaire beginselenwet omschrijft het recht van gedetineerden om hun geloof vrij te belijden en te beleven. Het tweede en derde lid van dat artikel draagt de directeur op ervoor te zorgen dat in de inrichting voldoende geestelijke verzorging beschikbaar is en dat de gedetineerden in de gelegenheid worden gesteld godsdienstige of levensbeschouwelijke bijeenkomsten in de inrichting bij te wonen.

Het recht op het bijwonen van een moskeedienst vormt een onderdeel van het individueel rechtens afdwingbare recht op godsdienstvrijheid dat is neergelegd in onder meer artikel 6 van de Grondwet en artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het tweede lid van artikel 9 bepaalt dat beperkingen van dit recht – kort gezegd – wettelijk moeten zijn voorzien, noodzakelijk moeten zijn in een democratische samenleving en ook de in dat artikellid vermelde belangen moeten dienen.

Reden voor toewijzing

In dit geval wordt het recht op godsdienstvrijheid – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – beperkt door redenen van organisatorische aard die niet van tijdelijke aard lijken te zijn. Het is aan de directeur om naar andere opties te zoeken en niet aan de gedetineerden en het is de  voorzitter niet gebleken dat door de directeur andere opties zijn onderzocht. Nu op voorhand niet blijkt dat er een geoorloofde beperking van het recht van de gedetineerden tot het vrij belijden en beleven van hun geloof is, wordt de algemene regel op voorhand strijdig bevonden met dit recht. Het schorsingsverzoek is daarom toegewezen totdat de beklagcommissie op het beklag heeft beslist.

Lees de uitspraak hier: RSJ 22/30761/SGA, 13 december 2022, schorsing