Beroepscommissie RSJ oordeelt over misbruik van beklagrecht
Wanneer is sprake van misbruik van het beklagrecht? Over die vraag heeft de beroepscommissie zich recent gebogen. De beroepscommissie komt tot een toetsingskader, waarbij is gelet op eerdere jurisprudentie en aansluiting is gezocht bij andere rechtsgebieden. Klager heeft volgens de beroepscommissie misbruik gemaakt van het beklagrecht. Hij is daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten.
Wat is er gebeurd?
De directeur van de PI Ter Apel vond dat klager misbruik maakte van het beklagrecht. Daarom heeft hij in december 2024 ten aanzien van klager twee beslissingen genomen:
1) Klager moet in gesprek met het personeel voordat hij een beklagformulier uitgereikt krijgt;
2) Klager moet zijn klaagschriften in het Engels indienen.
Klager heeft vervolgens een elftal klaagschriften ingediend, grotendeels in het Chinees. Hij wil niet (eerst) in gesprek met het personeel en is het er niet mee eens dat hij zijn klaagschrift niet in het Chinees mag indienen.
De beklagrechter heeft geoordeeld dat klager misbruik heeft gemaakt van het beklagrecht en heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in alle klachten.
Het toetsingskader voor misbruik van het beklagrecht
De beroepscommissie verwijst naar eerdere jurisprudentie en toetsing aan de hand van artikel 3:13 van het Burgerlijk Wetboek door de Afdeling bestuursrechtspraak van de RvS en de CRvB. Bij het beoordelen of sprake is van misbruik van het beklagrecht vindt de beroepscommissie in elk geval de volgende factoren relevant:
- het aantal klachten dat wordt ingediend;
- het onderwerp van de klachten;
- of de klachten zijn onderbouwd (de redenen van het beklag);
- de wijze waarop de klachten worden ingediend en
- met welk doel de klachten worden ingediend.
Toepassing in deze zaak
Klager heeft grofweg 1/3 van het totale aantal klachten in de PI ingediend in 2024 (368 klaag- en beroepschriften). Hij klaagt met regelmaat over zaken die niet beklagwaardig zijn. 84 klachten die op dezelfde situatie zagen, zijn door tussenkomst van de raadsvrouw ingetrokken. Klager is niet-ontvankelijk verklaard in het overgrote deel van zijn klachten. Voor alle in 2024 ingestelde beroepen geldt dat klager ook niet-ontvankelijk is verklaard, omdat hij geen gronden indiende.
De beroepscommissie volgt de redenering van de directeur en de beklagrechter dat klager met zijn weigering om (eerst) in gesprek te gaan met het personeel en door zijn klaagschriften in het Chinees in te dienen, het proces (verder) wil frustreren. Dat raakt aan de wijze waarop en het doel waarmee de klachten zijn ingediend.
De beslissingen van de directeur
De beklagcommissie bepaalt of een klaagschrift moet worden vertaald. Het is dus niet aan de directeur om een verzoek tot vertalen te weigeren, ook niet als hij dat in een beslissing aankondigt.
De beroepscommissie acht klager in staat om zelf klaagschriften in het Engels in te dienen. Dat mag ook van klager worden gevraagd. Er is geen sprake van een schending van artikel 61, vierde lid, van de Pbw.
De beslissing om klager geen beklagformulier uit te reiken als hij niet eerst in gesprek gaat, is in strijd met artikel 60, derde lid, van de Pbw. Daaraan verbindt de beroepscommissie in dit geval geen gevolgen, vanwege de navolgende conclusie.
Conclusie
De combinatie van het aantal klachten, de onderwerpen en de zeer gebrekkige of het volledig ontbreken van de onderbouwing ervan, het pertinent weigeren om in gesprek te gaan over zijn klachten en het volharden bij het in het Chinees indienen van zijn klaagschriften, brengen de beroepscommissie tot de conclusie dat klager met deze klachten een ander doel voor ogen heeft gehad dan waarvoor het beklagrecht is bedoeld. Klager heeft naar het oordeel van de beroepscommissie daarmee de bevoegdheid om beklag in te stellen evident zonder redelijk doel of met een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven aangewend. Hij heeft daarom misbruik gemaakt van het beklagrecht.
Lees de uitspraak hier: RSJ 9 september 2025, 25/47579/GA