RSJ: Geef jeugdige verdachten meer kansen om buiten het strafrecht te blijven
De Afdeling advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) concludeert in het advies ‘Een nieuw perspectief op buitenstrafrechtelijke afdoeningen voor jeugdigen’ dat het Nederlandse stelsel van buitenstrafrechtelijke afdoeningen voor jeugdigen niet voldoet aan internationale normen voor kinderrechten. De RSJ pleit voor een fundamentele herziening, zodat het belang van de jeugdige meer dan nu centraal komt te staan en buitenstrafrechtelijke trajecten vaker en flexibeler worden ingezet.
Buitenstrafrechtelijke afdoening: doel en praktijk
Buitenstrafrechtelijke afdoeningen zijn bedoeld om jeugdige verdachten buiten het strafrechtstelsel te houden en hen door te verwijzen naar hulp- en leerprogramma’s zoals Halt. Zo worden stigmatisering en justitiële documentatie (een strafblad) voorkomen. Volgens het VN-Kinderrechtencomité moet steeds zorgvuldig worden afgewogen of een zaak buiten het strafrecht kan worden afgehandeld, ook bij recidive of zwaardere feiten, zelfs als een zaak al bij de kinderrechter ligt.
De RSJ constateert dat de bestaande buitenstrafrechtelijke mogelijkheden – dat zijn de politiereprimande en de Halt-afdoening – beperkt zijn tot lichte feiten en first offenders. Bovendien zijn deze afdoeningen er niet voor jongvolwassenen en kan tijdens het strafproces nauwelijks worden overgeschakeld naar een buitenstrafrechtelijke afdoening.
Knelpunten: rechtsbijstand, expertise en ongelijkheid
In het advies worden meerdere tekortkomingen benoemd. Zo ontbreekt kosteloze rechtsbijstand bij belangrijke beslissingen, waaronder de politiereprimande, terwijl jeugdigen zich soms gedwongen voelen een bekentenis af te leggen om een strafblad te voorkomen. Daarnaast is bij politie en Openbaar Ministerie onvoldoende jeugdspecifieke expertise aanwezig, en hebben niet alle jeugdigen gelijke toegang tot buitenstrafrechtelijke afdoeningen.
Ook de positie van slachtoffers bij buitenstrafrechtelijke afdoeningen behoeft aandacht. De RSJ concludeert dat deze moet worden verbeterd door tijdige en adequate informatievoorziening.
Aanbevelingen RSJ
De RSJ adviseert om het stelsel ingrijpend te herzien. Belangrijke aanbevelingen zijn:
- Een breder en flexibeler aanbod van buitenstrafrechtelijke afdoeningen, ook voor zwaardere feiten, jongvolwassenen en recidivisten.
- Structurele toetsing in alle fasen van het jeugdstrafproces of buitenstrafrechtelijke afdoening mogelijk is.
- Kosteloze rechtsbijstand en betere informatievoorziening voor jeugdigen en hun ouders.
- Meer expertise binnen OM op het gebied van jeugdstrafrecht.
- Gelijke toegang voor alle jeugdigen.
- Betere communicatie richting slachtoffers.
Bekend is dat strafrechtelijke vervolging leidt tot schade voor jeugdigen, maar niet tot gunstige recidivecijfers. Dit pleit ervoor om, ook bij zwaardere feiten, steeds te onderzoeken of een buitenstrafrechtelijke afdoening tot de mogelijkheden behoort en hoe deze vorm moet krijgen. Het uitgangspunt moet volgens de RSJ steeds zijn: kies voor de minst schadelijke optie voor de jeugdige, om zo schade en stigmatisering te voorkomen.
Klik op de link om naar de adviespagina te gaan.