Advies: Vrijheidsbeperkende maatregelen in de open residentiële jeugdhulp?

Vrijheidsbeperkende maatregelen zijn op basis van de Jeugdwet niet toegestaan in de open residentiële jeugdhulp, maar deze worden in de praktijk wel toegepast. De staatssecretaris van VWS heeft de RSJ verzocht een advies uit te brengen over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de open residentiële jeugdhulp.

Vrijheidsbeperking in de open residentiële jeugdhulp is een ingewikkeld onderwerp waar verschillend over wordt gedacht. De RSJ schetst daarom in het advies eerst de achtergrond en brede context, voordat de conclusies en aanbevelingen worden geformuleerd.

De RSJ concludeert onder andere dat vrijheidsbeperking van jeugdigen verschillend is geregeld, in verschillende wetten: hoofdstuk 6 Jeugdwet, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang. De RSJ adviseert één wettelijke regeling te ontwerpen voor de zorg en ondersteuning aan jeugdigen, door middel van een harmonisatie van deze drie wetten.

De RSJ is zich ervan bewust dat een dergelijke stelselherziening tijd kost. Om die reden doet de RSJ voor de middellange termijn een aantal aanbevelingen om een situatie te creëren waarin de positie en rechtsbescherming van de jeugdige in de open residentiële jeugdhulp worden versterkt.

De RSJ onderschrijft de breed gedeelde opvatting dat vrijheidsbeperkende maatregelen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Tegelijkertijd is de RSJ van mening dat wanneer deze maatregelen in uitzonderlijke en noodzakelijke gevallen wél worden toegepast, de jeugdige beschermd moet worden door middel van rechtswaarborgen. Zolang deze rechtswaarborgen niet gerealiseerd zijn, adviseert de RSJ dat vrijheidsbeperking in de open residentiële jeugdhulp niet mag worden toegepast, tenzij sprake is van een noodsituatie. Hierbij geldt dat de RSJ adviseert om insluiting in het geheel niet toe te passen, ook niet in noodsituaties.